011 77 50 63 Alida.Pierards@pxl.be

Planning - verwachtingen - deadlines - LKO2

Algemeen – Beginsituatie-analyse

Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.

Genieten, beleven, ervaren

  • De student zet voluit in op nieuwsgierig zijn en meegenieten van de klaswerking van de mentor.

In kaart brengen

De student gaat op zoek naar de DAG- en WEEKSTRUCTUUR van de mentor

  • De student maakt een OVERZICHT van de rituelen, afspraken en regels, en verwijst naar de doelen (waarom) van de betreffende rituelen.
    ==> De student uploadt dit document in de digitale stagemap
    (map 1.1 informatie observatie- participatiedagen)
  • De student werkt onthaal en kalenders uit in een ritueelfiche na observatie-participatiedag 1 en stuurt bij na observatie-participatiedag 2.
  • De student werkt daarnaast voor 2 andererituelen een ritueelfiche uit na observatie-participatiedag 1 en vult deze aan na observatie-participatiedag ==> De student uploadt deze 3 rituelenfiches in de digitale stagemap
    (map 2.1 rituelenfiches)
  • De student onderzoekt welke groeperings- en begeleidingsvormen de mentor inzet (BVA grote groep, BVA kleine groep, BKA, VVV, OBS) en op welke manier ze elkaar afwisselen.
  • De student werkt o.b.v. voorgaande informatie een EIGEN SJABLOON voor dag- en weekplanning uit waarin min. verwezen wordt naar rituelen + groeperings- en begeleidingsvormen + eventueel ontwikkelingsdomeinen en leergebieden.
    ==> De student uploadt dit sjabloon in de digitale stagemap
    (map 1.1 informatie observatie-en participatiedagen)
  •  De student baseert zich voor de uitwerking zijn weekrooster op EPOS op het zelfontwikkelde sjabloon.
    ==>De student vult het weekrooster, voor de verschillende actieve stagedagen, al in op EPOS voor zover hij kan (rituelen, op een vast moment terugkerende activiteiten).

 

De student brengt het groot rijk basismilieu van de mentor in beeld

  • De student maakt FOTO’S van alle hoeken en de materialen van de mentor.
  • De student maakt een PLATTEGROND van de klasinrichting en de hoeken van de mentor.
  • De student koppelt aan elke hoek leerplandoelen (incl. vermelding van leergebieden en domeinen).
    • De student maakt op die manier bewuste keuzes i.f.v. de waarde van de verschillende hoeken in de klas en i.f.v. de verschillende leerplandoelen die je wil nastreven via alle hoeken.
    • De student denkt na over volgende vragen: Welke leergebieden en domeinen komen aan bod? Wat streef ik na via de hoeken? Welke basismaterialen bied ik aan? Waar zie ik een verbinding tussen bepaalde hoeken?==> De student uploadt deze informatie in de digitale stagemap
      (map 1.1 informatie observatie-en participatiedagen)

De student brengt de beginsituatie van de kleuters in kaart tijdens de 2 observatie-participatiedagen

  • De student registreert in een VRIJE REGISTRATIEVORM hetgeen hem is opgevallen en niet wil vergeten inzake de beginsituatie van de kleuters en eventueel m.b.t. de klaswerking.
  • De student observeert en registreert per dag 1x vanuit de FOCUS DOELGERICHT WERKEN. Hij kiest een doel gelinkt aan de hoeken waarvoor hij een inschatting van de beginsituatie wil maken. De student doet hiervoor beroep op een gepaste zelfgemaakte schaal (A=, B=, C=).
  • De student brengt de KWALITEIT VAN SPEL van de kleuters in kaart door de betrokkenheid van de kleuters in een gekozen hoek te scoren. Hij doet dit m.b.v. 2 verschillende systemen, namelijk anekdotisch registreren en visuele weergave om WB en BH te scannen i.f.v. bijsturen aanpak. De student analyseert de betrokkenheidsscores in het observatie-en reflectiedocument. Hij sluit dit document af met het formuleren van bijsturingen/acties.
    ==> De student uploadt deze ingevulde sjablonen in de digitale stagemap
    (map 3.2 observeren en reflecteren)

Handen uit de mouwen – attitudes

  • Alles wat je doet, gebeurt vanuit nieuwsgierigheid en empassie.
  • Blijf niet zitten tijdens de observatie)en particiatpiedagen maar zet in op SPELBEGELEIDING, experimenteer vanaf observatie-participatiedag 2 met de VVV-methodiek van Dorian de Haan.

Afspraken met de mentor

  • Voor het invullen van de ritueelfiches (zie hoger), is het belangrijk te kunnen en mogen inzetten op kwaliteitsvolle interactie. De student bespreekt dit met de mentor.
  • De student spreekt af welke 4 hoeken hij zal uitwerken voor de stage. De student zorgt minstens in 1 hoek voor de integratie met wiskunde.
  • De student gaat met de mentor in gesprek over interessante aanvullende materialen om de hoeken van de mentor te verrijken zodat er ook daar rijke spelmogelijkheden zijn.

Algemeen – Beginsituatie-analyse

Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.

Genieten, beleven, ervaren

  • De student zet voluit in op nieuwsgierig zijn en genieten.

Handen uit de mouwen – losse dagen

Eerste losse dag

  •  Ter voorbereiding van de eerste losse stagedag zet de student in op het voorbereiden van de rituelen én het voorbereiden van het rijk basismilieu. Concreet introduceert de student tijdens de eerste losse dag een nieuwe hoek en zet hij in op volgende elementen:

☐ Actief overnemen van de rituelen van de mentor

==> De student neemt alle rituelen over in de praktijk.

==> De student past na deze stagedag indien nodig de 3 rituelen aan in de gemaakte ritueelfiches.

☐ Inzetten op het oriëntatie-en kennismakingsmoment van de nieuwe hoek

==> De student start de introductie van de nieuwe hoek met het bespreken van de belangrijkste afspraken om het spel veilig te laten verlopen én selecteert bewust een aantal spelmogelijkheden die hij op een belevingsgerichte manier demonstreert.

☐ Plannen en uitvoeren van min. 2 observatiemomenten van het vrij spel van de kleuters

==> De student voorziet in de planning 2x een observatiemoment van 15’ in bewust gekozen hoeken (min. 1x in de nieuwe hoek).

==> De student observeert het vrij spel in de gekozen hoeken.

==> Voor beide observatiemomenten vult de student het document “kwaliteit van spel” in (Stap 1 tem 4).

==> De student uploadt het ingevulde document “kwaliteit van spel” in de stagemap de avond na afloop van de stagedag (map 3.2 observeren en reflecteren).

☐ Plannen en uitvoeren van een variatie aan spelbegeleidingsvormen

==> De student roostert min. 2x het begeleiden van het spel van de kleuters volgens de didactiek van VVV (verkennen-verbinden-verdiepen) in waarbij hij gaat meespelen en zich laat inspireren door de spelmogelijkheden uit de fiche rijk basismilieu.

==> De student roostert min. 2x een begeleide activiteit (BA) gelinkt aan de nieuwe hoek en werkt deze activiteiten uit in 2 verschillende activiteitenfiches.

==> Bovenstaande aantallen hebben betrekking op een vrij in te plannen dag. Wanneer er bijvoorbeeld een uitstap of LO op de planning staat, kan hier van afgeweken worden. De student bewaakt een evenwichtige planning.

☐ Bewust selecteren van aantrekkelijke materialen om rijk spel uit te lokken in de andere hoeken van de mentor.

Voor de volgende 3 dagen (dag 2+3+4)

  • Voor deze 3 dagen gaat de student verder aan de slag met de hoek van dag 1 (en de reflectie/aanpassingen hierop) en introduceert hij op dag 2 een tweede nieuwe hoek met een bijpassend aanbod, op dag 3 een derde nieuwe hoek en op dag 4 een vierde nieuwe hoek.
  • Ook voor deze dagen maakt de student telkens een dagplanning op die is opgebouwd uit rituelen, oriëntering van de nieuwe hoek, min. 2 observatiemomenten, min. 2x meespelen volgens de didactiek VVV en 2 begeleide activiteiten gelinkt aan de hoeken.

==> De student spreidt nu de spelbegeleidingsvormen (VVV en BA’en) en de observaties over de 2, 3 of 4  hoeken die hij aanbiedt.

==> Ook tijdens deze 3 dagen zet de student bewust in op het toevoegen van aantrekkelijke materialen om rijk spel uit te lokken in de andere hoeken van de mentor.

Samenvattend:

Over de 4 dagen heen, introduceert de student 4 hoeken, zorgt hij voor een rijk aanbod aan leerkrachtactiviteiten (rituelen, OBS, VVV, BA) en maakt met de mentor afspraken over het aanvullende gebruik van materialen en hoeken uit de klas.

Handen uit de mouwen – aaneensluitende dagen

Voor de 5 dagen

  • Voor deze periode gaat de student aan de slag met de 4 hoeken en de reflectie op de opgedane ervaringen uit de eerdere dagen. Uit het document observeren en reflecteren krijgen we in stap 4 zicht op de acties van de student. Hij baseert zich voor het uitwerken van het aanbod voor de kleuters voor deze periode op die informatie.
  • De student gaat niet verrijken! Hij kiest dan eerder voor het inzetten op maximale ontwikkelingskansen gelinkt aan de doelen van de 4 hoeken.
  • De planning is opnieuw opgebouwd uit: rituelen, een oriëntatie en kennismakingsmoment met de nieuwe hoek, min. 2 observatiemomenten per dag, een variatie aan spelbegeleidingsvormen per dag (min. 2x VVV en min. 2xBA) met een logische koppeling aan de verschillende hoeken.
  • De student past de planningen aan o.b.v. de gedane observaties en ervaringen doorheen deze week en de planning pas hij op EPOS aan voor 19u. De student past doorheen de week ook de voorbereidingen aan indien nodig. Dit doet hij met kleur zodat wij ook zicht hebben op de bijsturingen.

 

Algemeen – Beginsituatie-analyse

Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.

Algemeen principe observatie – en participatiedagen

  • Onderstaande opdrachten kan de student naar wens spreiden over de 2 betreffende dagen.
  • Sommige opdrachten zet de student aan tijdens deze 2 observatie- en participatiedagen en kan hij verder uitwerken tijdens de actieve stage.
  • De student past op basis de observatie- en participatiegegevens zijn digitale stagemap systematisch aan in de gepaste mappen (zie structuur digitale stagemap).

 Genieten, beleven, ervaren

De student zet voluit in op nieuwsgierig zijn en meegenieten van de klaswerking van de mentor en van de kleuters.

 

In kaart brengen

De student gaat op zoek naar de DAG- en WEEKSTRUCTUUR van de mentor en brengt de klaswerking in kaart

  • De student maakt een OVERZICHT van de routines en rituelen, afspraken en regels, en verwijst naar de doelen (waarom) van de betreffende routines/rituelen.
  • De student maakt een overzicht van de leergebieden en domeinen die doorheen de dag/week aan bod komen (vaste structuur).
  • De student gaat na welke begeleidingsvormen en groeperingsvormen de mentor afwisselend inzet en waarom hij die keuzes maakt (BVA grote groep, BVA kleine groep, BKA, VVV, OBS) (patroon – waarom die vorm op dat moment).
  • De student werkt m.b.v. voorgaande informatie een eigen sjabloon voor dag- en weekplanning uit waarin je min. verwijst naar routines/rituelen + leergebieden en domeinen + begeleidings- en groeperingsvormen (ook de uren, pauzes).
  • De student gaat op zoek naar terugkerende elementen in de klaswerking van de mentor.
  • Hij maakt een overzicht van de afspraken en regels die gelden in de klas, andere gewoontes, tussendoortjes en besteed hierbij zeker aandacht aan de manier waarop de organisatie van vrij spel verloopt (verdeling hoeken, wisselen van hoek)
  • De student werkt onthaal en kalenders uit in een ritueelfiche na observatie-participatiedag 1 en stuurt bij na observatie-participatiedag 2.
  • De student werkt daarnaast voor 2 andere rituelen – geschikt voor het oudste kind – een ritueelfiche uit na observatie-participatiedag 1 en vult deze fiches aan na observatie-participatiedag 2.

==> De student uploadt deze 3 rituelenfichesin de digitale stagemap
(map 2.1 rituelenfiches)

==> De student uploadt de overige informatie uit bovenstaande opdrachten in de digitale stagemap
(map 1.1 informatie observatie- participatiedagen) en vult deze informatie verder aan doorheen de stageperiode.

 

In kaart brengen van het rijk basismilieu-hoeken met eventuele verrijkingen

  • De student maakt foto’s van de hoeken en van de aanwezige materialen in de hoeken en vult aan met notities (hij kijkt ook naar de organisatie in rekken/kasten)
  • De student maakt daarbij een onderscheid tussen het rijk basismilieu van elke hoek en de (eventuele) verrijkingen in functie van het leerplan en/of het thema.
  • De student maakt o.b.v. deze informatie een plattegrond van de hoeken.

==> De student uploadt deze informatie in de digitale stagemap (map 1.1 informatie observatie- participatiedagen) en vult deze informatie verder aan doorheen de stageperiode.

Observeren in functie van eigen aanpak (scannen)

  • De student noteert via spontane, open observaties hetgeen hem is opgevallen en wat hij niet wil vergeten inzake de beginsituatie van de kleuters en de klaswerking.
  • De student scant min. 2 keer de kwaliteit van het spel van de kleuters (WB en BH) in de 3 hoeken die hij zal uitwerken tijdens de actieve stageweek in functie van de aanpak van de betreffende hoeken (registratievorm naar keuze).
  • De student past ook min. 2 keer een doelgerichte observatie toe via scannen, in functie van voorbereiding stage / aanpak stage (registratievorm naar keuze).

    ==> De student uploadt deze informatie in de digitale stagemap (map 3.5 ) en vult deze informatie verder aan doorheen de stageperiode.

    ==> De student houdt de spontane, open observaties systematische bij op een manier naar keuze (digitaal of op papier).

    Handen uit de mouwen

    Alles wat de student doet, gebeurt vanuit nieuwsgierigheid en empassie.

    • De student blijft niet zitten tijdens de observatie- en participatiedagen maar zet in op spelbegeleiding, neem de kans om te experimenteren met de VVV-methodiek van Dorian de Haan tijdens vrij spel.
    • Hij neemt tijdens het online infomoment TP voor de mentoren de klas over.
    • Hij kan tijdens de 2 observatie- en participatiedagen al inzetten op het rijk basismilieu van 1 of meer van de 3 verplicht uit te werken hoeken (waarvan zeker constructie of nabootsing).

    Afspraken met de mentor

    • Afspreken tijdens welke routines / rituelen bij de oudste kleuter de student actief kan inzetten op kwaliteitsvolle interactie
    • Afspreken welke 3 hoeken de student zeker zal uitwerken voor de actieve stageweek in maart (verplicht constructie of nabootsing): basisfiche en verrijkingsfiche voor elke hoek.
    • De student toont tijdens de eerste observatie- en participatiedag aan de mentor op welke manier hij zich al heeft voorbereid voor de eerste stageweek TP, m.a.w. hij toont de al uitgewerkte stappen TP zodat de mentor op de hoogte is van de door de student gekozen uitwerking van het opgegeven thema.
    • Tijdens de tweede observatie- en participatiedag informeert de student de mentor verder, en bespreekt hij de feedback op en eventuele aanpassingen aan zijn weekrooster zodat hij dit definitief kan maken.
    • De student kijkt in de onderdelen van de digitale stagemap welke informatie hij best nog met de mentor moet bespreken om zijn stage volledig en kwaliteitsvol uit te werken.

    Algemeen – Beginsituatie-analyse

    Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.

    Genieten, beleven, ervaren

    De student zet voluit in op nieuwsgierig zijn en genieten samen met de kleuters.

    Handen uit de mouwen

    • De student is verantwoordelijk voor alle leerkrachtactiviteiten doorheen deze actieve stageweek (routines/rituelen, tussendoortjes, L.O., activiteitenaanbod uitgewerkte cluster, …).
    • De student werkt een weekplanning uit en past deze toe tijdens de weekstage met aandacht voor de volgende elementen:
      • De opbouw: impressie – expressie en oefening – verankering.
      • Minstens 2 gerichte observatiemomenten (OBS/MS, zie volgende titel ‘Observeren in functie van eigen aanpak-scannen’) en 1 witruimte. Op basis van de gedane observaties en reflecties overlegt de student met de mentor over de invulling van de witruimte. De witruimte wordt ten laatste de avond voor de activiteit voor 19u ingepland en ingevuld op het rooster in EPOS.
      • Afwisseling in begeleidings- en groeperingsvormen.
    • De student voorziet een rijk basismilieu voor min. 3 gekozen hoeken (waarvan verplicht constructie of nabootsing).
    • De student voorziet verrijkingen in min. deze 3 hoeken vanuit de vooropgestelde kernleerplandoelen (stap 1 TP) en het thema.

     

    Observeren in functie van eigen aanpak (scannen)

    Ook tijdens de actieve stageweek is het belangrijk dat de student de opgestarte observaties tijdens de eerste observatie- en participatiedagen verder zet.

    • De student observeert WB en BH min. 1 keer in een hoek naar keuze (1 van de 3 gekozen hoeken) in functie van verdere aanpak en bijsturing (registratievorm naar keuze).
    • De student observeert min. 1 keer vanuit een doel naar keuze in functie van verdere aanpak en bijsturing (registratievorm naar keuze).

    ==> De student uploadt deze ingevulde documenten in de digitale stagemap

    (map 3.2 observeren en reflecteren)

    Afspraken met de mentor

    • Voor de laatste 2 stageweken leggen we vanuit de opleiding de kernleerplandoelen en het thema niet op.
      • De student spreekt met de mentor af welke leerplandoelen centraal staan voor deze laatste 2 stageweken en welk thema/welke thema’s hij zal uitwerken.
    • Tijdens deze stageweken in mei is de student verplicht om in totaal 5 hoeken volledig uit te werken, waarvan zeker constructie en nabootsing (basisfiche en verrijkingsfiche voor elke hoek), de student vult de 3 hoeken van de eerste stageweek (in maart) aan met 2 andere hoeken.
      • Afspreken welke 2 andere hoeken de student zeker zal uitwerken voor de laatste actieve stageperiode: de student stelt een basisfiche en verrijkingsfiche op voor elke hoek.
      • Afspreken in welke mate de student het basismilieu van de 3 hoeken uit deze stage in maart zal behouden of inwisselen voor andere hoeken. De student stelt voor de gekozen hoeken een basisfiche en een verrijkingsfiche op.

    Algemeen – Beginsituatie-analyse

    Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.

    Algemeen principe observatie – en participatiedagen

    • Onderstaande opdrachten kan de student naar wens spreiden over de 2 betreffende dagen.
    • Sommige opdrachten zet de student aan tijdens deze 2 observatie- en participatiedagen en kan hij verder uitwerken tijdens de actieve stage.
    • De student past op basis de observatie- en participatiegegevens zijn digitale stagemap systematisch aan in de gepaste mappen (zie structuur digitale stagemap).

    Genieten, beleven, ervaren

    De student zet voluit in op nieuwsgierig zijn en meegenieten van de klaswerking van de mentor en van de kleuters.

    In kaart brengen

    De student brengt de DAG- en WEEKSTRUCTUUR van de mentor en de klaswerking in kaart

    • De student past de structuur van de dag- en weekplanning aan rekening houdend met opgedane ervaringen en reflectie tijdens de voorbije actieve stageweek in maart.
    • Idem voor de klaswerking, de student gaat na wat hij kan verbeteren richting de laatste 2 stageweken.

    Het rijk basismilieu-hoeken

    Tijdens de laatste 2 stageweken moet de student min. 5 hoeken volledig uitwerken (waarvan verplicht constructie en nabootsing): hij voorziet een basisfiche en verrijkingsfiche voor elke hoek.

    • De student reflecteert op het rijk basismilieu en de verrijkingen van de eerste 3 hoeken vanuit observatie tijdens de voorbije stageperiode en past deze aan indien nodig.
    • De student gaat maakt in overleg met de mentor definitieve keuzes over welke 2 andere hoeken hij nog zal uitwerken richting de laatste 2 stageweken.
    • De student start tijdens deze observatie- en participatiedagen al met het inrichten van het rijk basismilieu van deze 2 extra hoeken.

    Observeren in functie van eigen aanpak (scannen)

    • De student scant de kwaliteit van het spel van de kleuters (WB en BH) in de 2 extra hoeken die hij zal uitwerken tijdens de actieve stageweken in mei in functie van de aanpak van de betreffende hoeken (registratievorm naar keuze).
    • De student past ook min. 2 keer een doelgerichte observatie toe via scannen, in functie van voorbereiding stage / aanpak stage (registratievorm naar keuze).

    ==> Deze informatie verzamelt hij in de digitale stagemap onder 3.5. en vult hij systematisch aan doorheen de observatie- en participatiedagen en actieve stage. De spontane, open observaties houd de student systematisch bij op een manier naar keuze (digitaal of op papier).

      Handen uit de mouwen

      Alles wat de student doet, gebeurt vanuit nieuwsgierigheid en empassie.

      • De student blijft niet zitten tijdens de observatie- en participatiedagen maar zet in op spelbegeleiding, neem de kans om te experimenteren met de VVV-methodiek van Dorian de Haan tijdens vrij spel.
      • De student De student start tijdens deze observatie- en participatiedagen al met het inrichten van het rijk basismilieu van de 2 extra gekozen hoeken.

       

      Afspraken met de mentor

      • Dag 1 definitief afspreken welke 2 extra hoeken de student zal uitwerken voor de actieve stageweken in mei (van de 5 hoeken verplicht constructie en nabootsing): basisfiche en verrijkingsfiche voor elke hoek.
      • De student toont verder aan de mentor op welke manier hij zich al heeft voorbereid voor de actieve stageweken TP, m.a.w. hij toont de al uitgewerkte stappen TP zodat de mentor op de hoogte is van de door hem gekozen uitwerking van het thema/de thema’s.
      • Tijdens deze observatie- en participatiedagen in april bespreekt de student met de mentor zijn weekrooster zodat hij dit kan aanpassen en definitief maken (dit betekent dat hij tijdig met zijn mentor communiceert over de kernleerplandoelen, kernleerinhouden en de cluster).

      Algemeen – Beginsituatie-analyse

      Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.

      Genieten, beleven, ervaren

      De student zet voluit in op nieuwsgierig zijn en meegenieten van de klaswerking van de mentor en van de kleuters.

      Handen uit de mouwen

      • De student is verantwoordelijk voor alle leerkrachtactiviteiten doorheen deze actieve stageweken (routines/rituelen, tussendoortjes, L.O., activiteitenaanbod uitgewerkte cluster, …).
      • De student werkt twee weekplanningen (1 of 2 themaplanningen) uit en past deze toe tijdens de weekstages met aandacht voor de volgende elementen:
        • De opbouw: impressie – expressie en oefening – verankering.
        • Minstens 2 gerichte observatiemomenten (OBS/MS, zie volgende titel ‘Observeren in functie van eigen aanpak-scannen’) en 1 witruimte per week. Op basis van de gedane observaties en reflecties overlegt de student met de mentor over de invulling van de witruimte. De witruimte wordt ten laatste de avond voor de activiteit voor 19u ingepland en ingevuld op het rooster in EPOS.
        • Afwisseling in begeleidings- en groeperingsvormen.
      • De student voorziet een rijk basismilieu voor min. 5 gekozen hoeken (waarvan verplicht constructie en nabootsing).
      • De student voorziet verrijkingen in min. deze 5 hoeken vanuit de vooropgestelde kernleerplandoelen (stap 1 TP) en het betreffende thema.

      Observeren in functie van aanpak (scannen)

      Ook tijdens deze actieve stageweken is het belangrijk dat de student de opgestarte observaties tijdens de eerste observatie- en participatiedagen verder zet.

      • De student observeert min. 1 keer per week vanuit een doel naar keuze in functie van verdere aanpak en bijsturing (registratievorm naar keuze).
      • De student observeert WB en BH min. 1 keer in een hoek naar keuze (1 van de 3 gekozen hoeken) in functie van verdere aanpak en bijsturing (registratievorm naar keuze) per week.

      WZT – Jongste kleuter

      2 weken voor de stage:

        • aanmaken van de digitale stagemap
        • de map delen met de mentor en nagaan of de mentor toegang heeft
        • de map delen met de lectoren via EPOS
        • “iedereen” toegang geven zodat problemen met het openen van de map voorkomen worden wanneer er bijvoorbeeld wissels qua stagebezoekers gebeuren
        • opstarten aan het opmaken van de planning/het rooster voor een stagedag(en)
        • starten met het uploaden van documenten die reeds uitgewerkt zijn

      1 week voor actieve stagedag(en)/stageweek:

        • het definitieve rooster delen op EPOS
        • het definitieve rooster delen met de mentor
        • voorbereidingen delen met mentor en lectoren in de digitale map

      Tijdens de stageperiode:

        • aanpassen van het rooster gebeurt voor 19u de dag voor de betreffende stagedag
        • aanpassingen van de voorbereidingen gebeuren in kleur voor 23h59 voor de betreffende stagedag

        TP MAART

        Observatie-en participatiedag 1:

        • Voorbereiding themaplanning; bezorgen en bespreken kernleerplandoelen + kernleerinhouden + stand van zaken verdere voorbereiding (cluster…).

         2 weken voor de stage:

        • Briefje voor ouders waarin de student minimum zichzelf als student voorstelt en het komende thema aankondigt
        • Digitale stagemap delen met de mentor via mail én lector via EPOS (vroeger mag).
        • Delen van overzicht doelen, inhoudsanalyse en cluster voor feedback
        • Weekrooster bezorgen aan mentor voor feedback
        • Starten met uploaden voorbereidingen (ritueelfiches, activiteitenfiches, fiche rijk basismilieu en verrijkingen)

         1 week voor de stage

        • Weekrooster (definitief) op EPOS en in de map voor de mentor
        • Definitieve en eventueel aangepaste versie van overzicht doelen, inhoudsanalyse en cluster in de map
        • Alle activiteitenfiches voor de volledige week (uitgezonderd witruimte) zijn geüpload in de stagemap
        • De hoekenfiches: fiches rijk basismilieu + verrijkingen minimum voor de 3 hoeken zijn geüpload

        Tijdens de stage

        • Invullen van de witruimte: ten laatste de avond voor de uitvoering voor 19.00 op EPOS
        • Uitwerken activiteit o.b.v. gedane observaties en i.f.v. binnenklasdifferentiatie en uploaden ervan ten laatste de avond ervoor om 23u59 in jouw stagemap.
        • ! Gekregen feedback van de mentor (en bezoekende lector) volg je op en pas je indien nodig zo snel mogelijk aan in je digitale stagemap !
        • ! Aanpassingen doe je in kleur en ten allerlaatste de avond voor een betreffende stagedag voor 23u59

        TP MEI

        2 weken voor de stage:

        • Controleren of de link naar de digitale stagemap nog correct gedeeld en actief is
        • Voorbereiding themaplanning; bezorgen en bespreken kernleerplandoelen + kernleerinhouden + stand van zaken verdere voorbereiding (cluster…).
        • Weekrooster bezorgen aan mentor voor feedback
        • Starten met uploaden voorbereidingen (ritueelfiches, activiteitenfiches, fiche rijk basismilieu en verrijkingen)

        1 week voor de stage

        • Weekrooster (definitief) op EPOS en in de map voor de mentor
        • Definitieve en eventueel aangepaste versie van overzicht doelen, inhoudsanalyse en cluster in de map
        • Alle activiteitenfiches voor de volledige 2 weken (uitgezonderd witruimte) zijn geüpload in de stagemap
        • De hoekenfiches: fiches rijk basismilieu + verrijkingen minimum voor de 5 hoeken zijn geüpload

        Tijdens de stage

        • Invullen van de witruimte: ten laatste de avond voor de uitvoering voor 19.00 op EPOS
        • Uitwerken activiteiten o.b.v. gedane observaties en i.f.v. binnenklasdifferentiatie en uploaden ervan ten laatste de avond ervoor om 23u59 in jouw stagemap.
        • ! Gekregen feedback van de mentor (en bezoekende lector) volg je op en pas je zo snel mogelijk aan in je digitale stagemap !
        • ! Aanpassingen doe je in kleur en ten allerlaatste de avond voor een betreffende stagedag voor 23u59