011 77 50 63 Alida.Pierards@pxl.be

Planning - LKO2

1.1 Observatie-participatiedagen

  1. De student gaat op zoek naar de DAG- en WEEKSTRUCTUUR van de mentor
  • De student maakt een OVERZICHT van de rituelen, afspraken en regels, en verwijs naar de doelen (waarom) van de betreffende rituelen.

==> De student uploadt dit document in de digitale stagemap (map 1.1 informatie observatie- participatiedagen)

  • De student werkt onthaal en kalenders uit in een ritueelfiche na observatie-participatiedag 1 en stuurt bij na observatie-participatiedag 2.
  • De student werkt daarnaast voor 2 andere rituelen een ritueelfiche uit na observatie-participatiedag 1 en vult deze aan na observatie-participatiedag 2.

De student uploadt deze 3 rituelenfiches in je digitale stagemap (map 2.1 rituelenfiches)

  • De student onderzoekt welke groeperings- en begeleidingsvormen de mentor inzet (BVA grote groep, BVA kleine groep, BKA, VVV, OBS) en op welke manier ze elkaar afwisselen.
  • De student werkt o.b.v. voorgaande informatie een EIGEN SJABLOON voor dag- en weekplanning uit waarin min. Verwezen wordt naar rituelen + groeperings- en begeleidingsvormen + eventueel ontwikkelingsdomeinen en leergebieden.

==> De student uploadt dit sjabloon in je digitale stagemap (map 1.1 informatie observatie-en participatiedagen)

Eerste losse dag

  • De eerste losse dag introduceert de student een nieuwe hoek en wordt gestart met een dagplanning die is opgebouwd uit:

☐ de rituelen van de mentor

==> De student neemt alle rituelen over in de praktijk.

==>  De student past indien nodig de 3 rituelen aan in de gemaakte ritueelfiches.

 ☐ oriëntatie-en kennismakingsmoment van de nieuwe hoek

==> deze activiteit wordt uitgewerkt in een activiteitenfiche.

==> de voorbereiding van de nieuwe hoek wordt uitgewerkt in een fiche rijk   basismilieu.

 ☐ min. 2 observatiemomenten van het vrij spel van de kleuters
           ==> reken 15’ per observatiemoment

==> à min. 2x wordt het vrij spel geobserveerd in de nieuwe hoek

==> voor beide observatiemomenten wordt het document “kwaliteit van spel” ingevuld. (Stap 1 tem 4)

==> De student uploadt het ingevulde document “kwaliteit van spel” in de stagemap de avond na afloop van de stagedag (map 3.2 observeren en reflecteren)

☐ een variatie aan spelbegeleidingsvormen

==> De student roostert min. 2x VVV (Verkennen, verdiepen, verbreden)in waarbij wordt meegespeeld en de student zich laat inspireren door de spelmogelijkheden uit je fiche rijk basismilieu.

==> De student roostert min. 2x BA gelinkt aan de hoek en werkt deze uit in 2 verschillende activiteitenfiches.

==> Deze aantallen hebben betrekking op een vrij in te plannen dag, wanneer  bijvoorbeeld een uitstap wordt gedaan of lichamelijke opvoeding op de planning hebt staan, heb je minder ruimte en zorg je voor een evenwichtige invulling.

☐ het bewust selecteren van aantrekkelijke materialen om rijk spel uit te lokken in de andere hoeken van de mentor.

De eerste 2 opeenvolgende dagen (dag 2+3)

  • Voor deze 2 dagen gaat de student verder aan de slag met de hoek van dag 1 (en de reflectie/aanpassingen hierop) en wordt een tweede nieuwe hoek met een bijpassend aanbod aan de planning toegevoegd.
  • Ook voor deze 2 dagen maakt de student telkens een dagplanning die is opgebouwd: rituelen, oriëntering van de nieuwe hoek (BA = begeleide activiteit), min. 2 observatiemomenten, min. 2x VVV, min. 2 BA gelinkt aan de hoeken
    à De student spreidt nu de spelbegeleidingsvormen (VVV en BA’en) en de observaties over de 2 hoeken die jij aanbiedt.
     à De student voorziet naast de hoeken die wordt uitgewerkt volgens het idee van rijk basismilieu en aanbiedt volgens het principe van werken zonder thema, ook nog rijke materialen in de hoeken van de mentor.

De volgende 2 opeenvolgende dagen (dag 4+5)

  • Voor deze 2 dagen gaat de student verder aan de slag met de hoek van dag 2 & 3 en (en je reflectie/aanpassingen hier op) en voegt een “derde” nieuwe hoek met een bijpassend aanbod aan de planning toe.
  • Ook voor deze 2 dagen maakt de student telkens een dagplanning die is opgebouwd uit de gekende componenten, zijnde rituelen, introductie van de nieuwe hoek, min. 2 observatiemomenten, min. 2x VVV, min. 2 BA
  • spreidt nu je spelbegeleidingsvormen (VVV en BA’en) en je observaties over de 2 hoeken die jij tijdens deze 2 dagen aanbiedt
  • voorzie naast de hoeken die jij uitwerkt volgens het idee van rijk basismilieu en aanbiedt volgens het principe van werken zonder thema, ook nog rijke materialen in de hoeken van de mentor.

Voor de 7 dagen

  • Voor deze periode ga je aan de slag met de 3 hoeken en je reflectie op de opgedane ervaringen. Uit het document observeren en reflecteren krijgen we in stap 4 zicht op de acties. De student baseert zich voor het uitwerken van het aanbod voor de kleuters voor deze periode op die informatie.
  • De student introduceert minstens nog 1 extra nieuwe
  • De student gaat zich niet verrijken! De student kiest dan eerder voor het inzetten op maximale ontwikkelingskansen gelinkt aan de doelen van de 4 hoeken.
  • De planning is opnieuw opgebouwd uit: rituelen, een oriëntatie en kennismakingsmoment met de nieuwe hoek, min. 2 observatiemomenten per dag, een variatie aan spelbegeleidingsvormen per dag (min. 2x VVV en min. 2xBA) met een logische koppeling aan de verschillende hoeken.
  • De student past de planningen aan o.b.v. de gedane observaties en ervaringen doorheen deze week en de planning past de student op EPOS aan voor 19u. De student past doorheen de week ook de voorbereidingen aan indien nodig. Dit wordt met kleur gedaan zodat iedereen zicht heeft op de bijsturingen.

We verwachten dat studenten minstens 2 observatiemomenten (observeren of meespelen & observeren) en 1 witruimte per week inplannen. Op basis van de gedane observaties en reflecties overlegt de student met de mentor over de invulling van de witruimte. De witruimte wordt ten laatste de avond voor de activiteit voor 19u ingepland en ingevuld op het rooster in EPOS.

Onderstaande informatie heeft betrekking op de observatie- en participatiedagen i.f.v. stage TP

MAART

Hieronder vind je een overzicht van verplichte to do’s uit te voeren tijdens de observatie- en participatiedagen in januari en februari, in het teken van de stage TP in maart. Je kan onderstaande taken spreiden naar wens over de 2 betreffende dagen.

Sommige opdrachten zet je aan tijdens deze 2 observatie- en participatiedagen en kan je verder uitwerken tijdens de actieve stage.

Genieten, beleven, ervaren

Zet voluit in op nieuwsgierig zijn en meegenieten van de klaswerking van de mentor en van de kleuters.

In kaart brengen van de structuur van de dag/week en van de klaswerking

Ga op zoek naar de dag- en weekstructuur van de mentor:

    • Maak een overzicht van de routines en rituelen die aan bod komen doorheen de dag/week en verwijs naar de doelen (waarom) van de betreffende routines/rituelen.
    • Maak een overzicht van de leergebieden en domeinen die doorheen de dag/week aan bod komen (vaste structuur).
    • Ga na welke begeleidingsvormen en groeperingsvormen de mentor afwisselend inzet en waarom hij die keuzes maakt (BVA grote groep, BVA kleine groep, BKA, VVV, OBS) (patroon – waarom die vorm op dat moment).
    • Werk b.v. voorgaande informatie een eigen sjabloon voor dag- en weekplanning uit waarin je min. verwijst naar routines/rituelen + leergebieden en domeinen + begeleidings- en groeperingsvormen (ook de uren, pauzes).

Ga op zoek naar de afspraken en regels die gelden in de klas, andere gewoontes, tussendoortjes, …

Ga verder na op welke manier de verdeling in de hoeken bij vrij spel gebeurt en op welke manier de kleuters wisselen van hoek.

Deze informatie verzamel je in de digitale stagemap onder 1.1. en vul je systematisch aan doorheen de volgende observatie- en participatiedagen en actieve stage.

In kaart brengen van het rijk basismilieu-hoeken met eventuele verrijkingen

    • Maak foto’s van de hoeken en van de aanwezige materialen in de hoeken, vul aan met notities (kijk ook naar de organisatie in rekken/kasten).
    • Maak daarbij een onderscheid tussen het rijk basismilieu van elke hoek en de (eventuele) verrijkingen in functie van het leerplan en/of het thema.
    • Maak o.b.v. deze informatie een plattegrond van de hoeken.

Deze informatie verzamel je in de digitale stagemap onder 1.1. en vul je systematisch aan doorheen de volgende observatie- en participatiedagen en actieve stage.

Houd in je achterhoofd dat je tijdens de actieve stageweek min. 3 hoeken (waarvan verplicht constructie of nabootsing) zal uitwerken: basisfiche en verrijkingsfiche van elke hoek.

Observeren in functie van eigen aanpak (scannen)

    • Noteer via spontane, open observaties hetgeen je is opgevallen en niet wil vergeten inzake de beginsituatie van de kleuters en de
    • Scan de kwaliteit van het spel van de kleuters (WB en BH) in de 3 hoeken die je zal uitwerken tijdens de actieve stageweek in functie van de aanpak van de betreffende hoeken (registratievorm naar keuze)
    • Pas ook min. 2 keer een doelgerichte observatie toe via scannen, in functie van voorbereiding stage / aanpak stage (registratievorm naar keuze).

Deze informatie verzamel je in de digitale stagemap onder 3.5. en vul je systematisch aan doorheen de volgende observatie- en participatiedagen en actieve stage. De spontane, open observaties houd je systematisch bij op een manier naar keuze (digitaal of op papier).

Handen uit de mouwen

Alles wat je doet, gebeurt vanuit nieuwsgierigheid en empassie.

    • Blijf niet zitten tijdens de observatie- en participatiedagen maar zet in op spelbegeleiding, neem de kans om te experimenteren met de VVV-methodiek van Dorian de Haan tijdens vrij spel.
    • Neem tijdens het online infomoment TP voor de mentoren de klas over.
    • Je kan tijdens de 2 observatie- en participatiedagen al inzetten op het rijk basismilieu van 1 of meer van de 3 verplicht uit te werken hoeken (waarvan zeker constructie of nabootsing).

Afspraken met de mentor in functie van de eerste stageweek TP in maart

    • Afspreken tijdens welke routines / rituelen bij de oudste kleuter je actief kan inzetten op kwaliteitsvolle
    • Afspreken welke 3 hoeken je zeker zal uitwerken voor de actieve stageweek in maart (verplicht constructie of nabootsing): basisfiche en verrijkingsfiche voor elke hoek.
    • Toon tijdens de eerste observatie- en participatiedag aan de mentor op welke manier je je al hebt voorbereid voor de eerste stageweek TP, m.a.w. toon de al uitgewerkte stappen TP zodat de mentor op de hoogte is van de door jou gekozen uitwerking van het opgegeven thema.
    • Tijdens de tweede observatie- en participatiedag informeer je jouw mentor verder, en bespreek je de feedback op en eventuele aanpassingen aan je weekrooster zodat je dit definitief kan maken.
    • Kijk in de onderdelen van de digitale stagemap welke informatie je best nog met de mentor moet bespreken om jouw stage volledig en kwaliteitsvol uit te werken.

MEI

Hieronder vind je een overzicht van verplichte to do’s uit te voeren tijdens de 2 observatie- en participatiedagen in april, in functie van de laatste 2 weekstages TP in mei. Je kan onderstaande taken spreiden naar wens over de 2 betreffende dagen.

Sommige opdrachten startte je al op doorheen de voorbije stageperiode in de klas en breid je nu verder uit.

Pas op basis van je observatie- en participatiegegevens jouw digitale stagemap systematisch aan in de gepaste mappen (zie structuur digitale stagemap).

 

Genieten, beleven, ervaren

 Zet voluit in op nieuwsgierig zijn en meegenieten van de klaswerking van de mentor en van de kleuters.

De structuur van de dag/week en van de klaswerking

    • Pas de structuur van jouw dag- en weekplanning aan rekening houdend met opgedane ervaringen en reflectie tijdens de voorbije actieve stageweek in maart.
    • Idem voor de klaswerking, ga na wat je kan verbeteren richting de laatste 2 stageweken.

Het rijk basismilieu-hoeken

Tijdens de laatste 2 stageweken moet je min. 5 hoeken volledig uitwerken (waarvan verplicht constructie en nabootsing): basisfiche en verrijkingsfiche voor elke hoek.

    • Reflecteer op het rijk basismilieu en de verrijkingen van de eerste 3 hoeken vanuit observatie tijdens de voorbije stageperiode en pas alvast aan indien nodig.
    • Ga na welke 2 andere hoeken je nog zal uitwerken richting de laatste 2 stageweken.
      • Start tijdens deze observatie- en participatiedagen al met het inrichten van het rijk basismilieu van deze 2 extra hoeken.

Observeren in functie van eigen aanpak (scannen)

    • Scan de kwaliteit van het spel van de kleuters (WB en BH) in de 2 extra hoeken die je zal uitwerken tijdens de actieve stageweken in mei in functie van de aanpak van de betreffende hoeken (registratievorm naar keuze).
    • Pas ook min. 2 keer een doelgerichte observatie toe via scannen, in functie van voorbereiding stage / aanpak stage (registratievorm naar keuze).

Deze informatie verzamel je in de digitale stagemap onder 3.5. en vul je systematisch aan doorheen de volgende observatie- en participatiedagen en actieve stage. De spontane, open observaties houd je systematisch bij op een manier naar keuze (digitaal of op papier).

Handen uit de mouwen

Alles wat je doet, gebeurt vanuit nieuwsgierigheid en empassie.

    • Blijf niet zitten tijdens de observatie- en participatiedagen maar zet in op spelbegeleiding, neem de kans om te experimenteren met de VVV-methodiek van Dorian de Haan tijdens vrij spel.
    • Zet ook al in op het rijk basismilieu van de 5 verplicht uit te werken hoeken (waarvan verplicht constructie en nabootsing): 3 hoeken uit de vorige stageweek + 2 extra hoeken.

Afspraken met de mentor

    • Afspreken welke 2 extra hoeken je zal uitwerken voor de actieve stageweken in mei (van de 5 hoeken verplicht constructie en nabootsing): basisfiche en verrijkingsfiche voor elke hoek.
    • Toon verder aan de mentor op welke manier je je al hebt voorbereid voor de actieve stageweken TP, m.a.w. toon de al uitgewerkte stappen TP zodat de mentor op de hoogte is van de door jou gekozen uitwerking van het thema/de thema’s.
    • Tijdens deze observatie- en participatiedagen in april bespreek je met je mentor je weekrooster zodat je dit kan aanpassen en definitief maken (dit betekent dat je tijdig met jouw mentor communiceert over de kernleerplandoelen, kernleerinhouden en de cluster).

WZT – Jongste kleuter

  • Aanmaken digitale stagemap ten laatste 2 weken voor de eerste actieve stagedag.
  • Delen van de link met de mentor en het posten van de link op EPOS met toegang voor iedereen met de link.
  • Nagaan op de tweede observatie-participatiedag of de mentor toegang heeft tot de map.
  • Ten laatste 1 week voor een actieve stagedag, stagedagen of stageweek staat het rooster voor deze stageperiode op EPOS.
  • Aanpassingen aan het rooster gebeuren ten laatste voor 19u de dag voor de betreffende stagedag.
  • 1 week voor een actieve stagedag, stagedagen of stageweek staan de voorbereidingsdocumenten in de digitale stagemap zodat de mentor feedback kan geven en de student tijd heeft om de feedback aan te passen.
  • Bijsturingen gebeuren in kleur én voor de start van de betreffende stagedag.

Themaplanning – oudste kleuter

Informatie as soon as possible.