Planning - verwachtingen - deadlines - LKO3

Algemeen
Elke stageperiode worden studenten verwacht om te observeren en om witruimtes in te plannen in functie van hun observaties en daaropvolgende acties.
- Werken zonder thema: dagelijkse reflecties.
- Werken volgens themaplanning: minstens 2 x observeren en reflecteren per week.
Voor de verschillende manieren van werken verwijzen we naar het stageconcept van LKO3.
Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.
Observatie-participatie en stage
Tijdens semester 1 komen de studenten observeren en participeren.
De student zet dan in op actief participeren en leert zo de kleuterklas, mentor en kleuters kennen, maar krijgt ook zicht op de schoolafspraken en kan starten met het in kaart van de beginsituatie. Tijdens de praktijkdagen heeft de student nog ruimte om de klas verder te verkennen.
De student bespreekt tijdens de contactdagen ook één van bovenstaande manieren van werken om uit te voeren tijdens de stage oudste kleuter.
Daarnaast overlegt de student met de mentor over:
- (In geval er wordt gekozen voor themaplanning) welk thema er wordt gekozen;
- welke kernleerplandoelen de rode draad zullen vormen;
- welke hoeken uitgewerkt zullen worden (via fiches rijk basismilieu en eventuele verrijkingen). Er worden minstens 5 hoeken uitgewerkt;
- in welke rituelen de student extra leerkansen ziet. Voor de vooraf geselecteerde rituelen wordt telkens een ritueelfiche uitgeschreven.
Het is belangrijk dat bovenstaande keuzes met de student besproken worden zodat hier rekening mee gehouden kan worden bij het voorbereiden van de stage.
Tijdens het eerste semester zal de focus liggen op het kunnen ontwerpen van een krachtige leeromgeving met aandacht voor binnenklasdifferentiatie (leerstatus, leerprofiel en leerinteresse).
Algemeen
Elke stageperiode worden studenten verwacht om te observeren en om witruimtes in te plannen in functie van hun observaties en daaropvolgende acties.
- Werken zonder thema: dagelijkse reflecties.
- Werken volgens themaplanning: minstens 2 x observeren en reflecteren per week.
Voor de verschillende manieren van werken verwijzen we naar het stageconcept van LKO3.
Bij het begin van een stage in een nieuwe kleuterklas vullen de studenten het document beginsituatieanalyse in. Door dit document tijdens de stageperiode(s) systematisch aan te vullen, krijgen ze zicht op de beginsituatie van de klas en de school én op verantwoorde, zinvolle acties.
Studenten worden verwacht om voorafgaand aan de actieve stage van de eerste 3 weken zelf observatie-participatiedagen in te plannen in overleg met de mentor.
Tijdens deze observatie-participatiedagen zet de student in op actief participerend observeren. Op deze manier leert hij de mentor, kleuters, de klas en de klasafspraken kennen. Hij kan de beginsituatie in kaart brengen en bepaalde acties uitproberen (vb. aanbod in hoeken; aanbod in functie van bachelorproef, activiteiten, …)
De student overlegt tijdens deze contactdagen met de mentor over:
- Zijn manier van werken: themaplanning (1), werken zonder thema (2) en werken vanuit de kls (3), zie stageconcept.
- De hoeken van de klas die hij overneemt (minstens 6 hoeken) en de student dient uit te werken als sterk basismilieu. De student denkt gericht na over verrijkingen, op vraag van de mentor en op basis van de noden van de kleuters.
- Welke rituelen centraal zullen staan en extra leerkansen zullen bieden. Voor deze vooraf geselecteerde rituelen wordt telkens een ritueelfiche uitgeschreven.
Vanaf semester 2 verwachten we dat studenten de gegevens uit hun observaties en reflecties ook aanvullen in een kindvolgsysteem. Dit kan het kindvolgysteem van de eigen stageschool zijn als een sjabloon (klasportret) dat vanuit de opleiding ter beschikking wordt gesteld. De student doet dit minstens voor 5 kleuters. Indien mogelijk, verwachten we dat de klaseigen administratieve documenten (zoals agenda en aanwezigheden) door de student worden ingevuld.
Tijdens het tweede semester zal de focus liggen op het kunnen ontwerpen van een krachtige leeromgeving met aandacht voor een inclusieve leeromgeving.
Omdat we studenten ook willen uitdagen om nieuwe dingen te proberen, mogen ze tot tweemaal toe een joker inzetten waarop de lector niet op stagebezoek kan komen.
Verder mogen ze ook max. 2 momenten reserveren om aan de rollen 6-7-8 te werken.
- Studenten werken met een digitale stagemap:
- Ze delen deze link met alle betrokkenen zodat deze toegang hebben tot de map.
- Ten laatste 2 weken voor aanvang van de stage moet de stagemap alle algemene voorbereidende documenten (kernanalyse, selectie leerplandoelstellingen, wiskundige documenten…) bevatten, rekening houdend met de gekozen manier van werken, zodat er feedback kan worden gegeven.
- Ten laatste 1 week voor de aanvang van de stage worden alle voorbereidingen (activiteitenfiches, hoekenfiches, …) gepost in de digitale stagemap.
- De studenten werken met EPOS om hun weekrooster te uploaden. Dit moet telkens 2 weken voorafgaand aan de stageweek volledig ingevuld zijn. Opmerking: dit kan enkel bij het uitwerken van een thema gebeuren. Bij werken zonder thema en het sprokkelen (tijdens samen met kleuters een thema uitwerken) wordt de planning geleidelijk aan opgebouwd. Studenten roosteren de dag voordien voor 19u op Epos welke activiteiten en witruimtes ze voorzien voor de volgende dag. Studenten plaatsen steeds een kopie van hun weekrooster in de stagemap voor de mentor.
- Wanneer de student zich niet houdt aan de opgestelde deadlines, zijn er gevolgen voor de attitude. (zie attitude sectie – stagereglement voor meer informatie)
- De studenten ronden hun stage maatschappelijke kwetsbaarheid af voor de paasvakantie en dienen hun documenten in, conform de afspraken van het toegewezen project.