Voorwaarden
Om te worden toegelaten tot het LIO-traject hanteren we uiteraard in de eerste plaats de decretale voorwaarden. Deze decretale voorwaarden verfijnen we op Hogeschool PXL als volgt:
- De LIO ondertekent een aanstelling als leraar kleuteronderwijs in een school van de Vlaamse Gemeenschap (d.w.z. het hanteren van de ontwikkelingsdoelen voor het Vlaamse kleuteronderwijs).
- Voor een LIO-baan moet een student een aanstelling als kleuteronderwijzer kunnen voorleggen. Dit moet minimaal onder een bekwaamheidsbewijs ‘andere’.
- Scholen voor buitengewoon onderwijs en methodeonderwijs komen in aanmerking mits
- de basisschool de ontwikkelingsdoelen voor het Vlaamse kleuteronderwijs hanteert
- de methodes die aangereikt worden door de PXL uitgevoerd en ingeoefend kunnen worden door de student op de stageplaats (bv. themaplanning)
- de LIO een bijkomende stage van 2 weken loopt in een reguliere school, dit in trajectschijf 2 of 3.
- De LIO ondertekent een aanstelling op jaarbasis. Aangezien stage een jaarmodule is vragen we een aanstelling voor de duur van een academiejaar (of tenminste startend vanaf eind oktober).
- De LIO presteert minstens 12 lesuren (12/24) per week gedurende het hele schooljaar als klasleerkracht in één en dezelfde klas.
- Indien de LIO minder dan 12 lesuren per week presteert, doet de LIO een aanvullende stage van 2 weken in een andere school
- Indien een LIO tevens tewerkgesteld staat als kinderverzorger in een kleuterklas op de school van tewerkstelling, kan de LIO géén LIO-baan uitvoeren in de klas waar de verzorgingsuren plaatsvinden. (Bijvoorbeeld 12/32 kinderverzorger in 1KK en 12/24 kleuteronderwijzer in 2 of 3 KK kan wel).
Naast deze voorwaarden om in aanmerking te komen voor de student vragen we uiteraard ook een engagement van de tewerkstellende school. De student zal voor de uitvoering van de stage een stagemap uitwerken, waaronder een aantal opdrachten die in de eigen klas kunnen worden uitgevoerd, maar ook opdrachten die buiten de klas of lesuren dienen te worden uitgevoerd (overeenstemmend met de leerlijn stage van de opleiding, voor het specifieke stage-onderdeel dat de student opneemt). De school verbindt zich ertoe om voor de student de mogelijkheden te creëren om deze opdrachten uit te voeren, wat soms ook kan inhouden dat de student gedurende een aantal momenten lesvrij wordt gemaakt in de eigen klas (indien hij/zij een voltijdse betrekking heeft).
Naast deze mogelijkheid biedt de school ook aanvangsbegeleiding voor de student die hem/haar ondersteunt in de uitvoering van de opdrachten en wordt er door de aanvangsbegeleider, directie of schoolmentor minstens tweemaal per maand een volledige activiteit bijgewoond en nabesproken met de student. Na dit bezoek registreert de mentor in EPOS via epos.pxl.be het bezoek aan de hand van een kort verslag met een omschrijving van talenten en groeikansen voor de student.
Om te voldoen aan de vereiste competenties aan het einde van de opleiding moet de LIO in elke leeftijdsgroep minimaal 2 weken als leraar in de klas gestaan hebben. Bij aanvang van de LIO-baan moet de school van tewerkstelling hier rekening mee houden. Dit kan betekenen dat de LIO gedurende een bepaalde periode tijdens de LIO-baan een verschuiving van opdracht moet doen met een collega om zo de vereiste uren in de verschillende leeftijdsgroepen te presteren. Bijvoorbeeld: de LIO staat als klasleraar fulltime in 1KK, maar moet nog 2x een week opdrachten uitvoeren in 3KK. In samenspraak met de directie en collega’s zal de LIO een wissel met de collega van 3KK doen voor een bepaalde periode.