Begeleiden en evalueren
We maken in de opleiding een duidelijk onderscheid tussen ‘begeleiding’ en ‘evaluatie’. Het begeleiden heeft als bedoeling zowel ondersteunend als verdiepend te zijn. Hierbinnen hebben zowel de mentor, de lerarenopleiding als de student een belangrijke rol.
Op het einde van het opleidingsjaar zit de opleidingsraad samen om de evolutie en de beoordeling van de student te bespreken en om de beoordelingen om te zetten naar een cijfer op basis van de beoordelingen van de lector én de mentor. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een procentuele weging van de verschillende cijfers.
VOORBEREIDEN
Het is de taak van de student om alle activiteiten voor te bereiden. De studenten zullen werken met een digitale stagemap, waar de voorbereiding van de stage terug te vinden is. De link van deze map zal minstens twee weken voor de aanvang van de stage door de student bezorgd worden aan de mentor.
Voor de weekstages zorgt de student ervoor dat weekplanning voor elke stageweek minstens twee weken op voorhand aan de mentor bezorgd wordt zodat het weekrooster tijdig kan besproken en aangepast worden. De activiteitenfiches (lesvoorbereidingen) worden minstens 1 week voor de start van de stage gepost in de digitale map. Het tijdig indienen van het weekrooster en de activiteitenfiches is een must om constructieve feedback te kunnen krijgen! De mentor geeft feedback waar nodig. De voorkeur gaat hierbij uiteraard uit naar een persoonlijke ontmoeting waarbij de studenten en de mentor in gesprek kunnen gaan over de gemaakte keuzes.
De student zorgt ervoor dat de beide weekroosters van de betreffende stageperiode een week voor aanvang van de stage ook op EPOS wordt gepost.
Het is belangrijk dat studenten de gemaakte keuzes kunnen verantwoorden. Naar aanleiding van het gesprek met de mentor wordt een activiteit – indien nodig – aangepast. Let op: zonder geschreven voorbereiding gaat een activiteit NOOIT door
REFLECTEREN
Binnen de lessen praktijkondersteuning leren studenten reflecteren over hun eigen stagepraktijk. Dit reflecteren gebeurt onder begeleiding van een pedagoog in de opleiding. De student voert in het kader van reflectie een opdracht uit, waarvan de beoordeling voor 10% in rekening wordt gebracht bij het vastleggen van het cijfer voor stage.
Van de student wordt verder ook verwacht dat hij minstens 2x per week of na een dag geïntegreerde stage schriftelijk reflecteert over een betekenisvol moment en zijn functioneren en zijn keuzes en handelen zo snel mogelijk bijstuurt i.f.v. het creëren van maximale ontwikkelingskansen voor alle kinderen. Een van de bijsturingen is het invullen van de witruimte o.b.v. inzichten uit de reflectie. Na het invullen en uitvoeren van de ideeën uit de witruimte, reflecteert de student op de gemaakte keuzes en de uitvoering. Dit noemen we een cyclische reflectie.
Deze cyclische reflectie voert de student 1x per week uit tijdens weekstages. De student krijgt een duidelijk overzicht van de reflectieopdrachten die hij dient te verwerken bij een bepaalde stageperiode.
De feedback van de mentor is voor de student heel belangrijk en dit zowel dagelijks als op het einde van een stage(week).
Begeleiden
Tijdens de begeleiding is het belangrijk voor ogen te houden dat het leerproces van de student centraal staat. Bij deze begeleiding gaat het over het uitdagen van de student maar ook over het steun bieden om de uitdagingen aan te durven. Samen met de student op zoek gaan naar zijn doel voor de volgende dag, volgende week of volgende stageperiode is de eerste en belangrijkste stap in het leerproces van de student.
Tijdens de geïntegreerde stage is het zinvol voor de student om na stagedag 5 een feedbackformulier van de mentor te ontvangen. Zo krijgt de student een duidelijk zich op zijn groeikansen en sterke punten. In het feedbackformulier vat de mentor per rol alle groeikansen en sterke punten samen, zonder een waardeoordeel uit te schrijven. Het feedbackformulier is steeds aanwezig in de stagemap van de student en kan procesgericht ingevuld worden.
Evalueren
Per stagemodule verwachten we één stagebeoordeling van de mentor. Voor de geïntegreerde stage vult de mentor dus een evaluatieformulier in aan het einde van de 10 dagen. Voor de weekstages vult de mentor een evaluatieformulier in na de tweede stageweek van deze module. In totaal zal de mentor 2 evaluaties gegeven hebben.
De mentor kent geen beoordeling in cijfers toe aan deze activiteit. Per rol en voor het geheel wordt een appreciatie uitgesproken volgens onderstaande evaluatieschaal:
- Zwaar onvoldoende
- Onvoldoende
- Voldoende
- Goed
- Zeer goed
Het is belangrijk om een beoordeling via EPOS te krijgen van de mentor. Een mondelinge evaluatie kunnen we niet meenemen naar de officiële evaluatievergadering. De verschillende verslagen en de mening van de mentor bepalen mee het eindcijfer voor stage. Deze beoordelingsformulieren worden na een stage via EPOS opgeladen. De student bezorgt hervoor een link aan de mentor. Op basis hiervan wordt door de begeleidende lectoren een cijfer toegekend, dat wordt mee verrekend in het eindcijfer. Het eindresultaat van het mentorcijfer kan negatief zijn ondanks voldoendes van de mentor indien de kwalitatieve beoordeling door de mentor (zichtbaar in de commentaren van het verslag) of de deelbeoordelingen negatief zijn.
Alle verslagen (ook die rechtstreeks aan de opleiding worden bezorgd) worden besproken met de student.
Begeleiden
De student zal vanuit de opleiding uiteraard ondersteund worden door de inhouden die aan bod komen in de verschillende opleidingsonderdelen. Binnen praktijkondersteuning oefenen de studenten de competenties die nodig zijn om zelf gesprekken te voeren én binnen de reflectie-en intervisiemomenten zetten ze deze vaardigheden verder in.
Tijdens de geïntegreerde stage heeft de student recht op een begeleidingsgesprek met een betrokken lector. Dit gesprek kan ingericht worden op basis van een leervraag, feedbackformulier van de mentor, onzekerheden van de student, enz.
Evalueren
Elke student zal over de verschillende stages heen in totaal 4 evaluatiebezoeken krijgen van een lector:
- 1 evaluatiebezoek zal plaatsvinden tijdens de geïntegreerde stage. Dit bezoek gebeurt door de pedagoog.
- 1 evaluatiebezoek tijdens stageweek 1
- 1 evaluatiebezoek tijdens stageweek 2
- 1 evaluatiebezoek tijdens stageweek 3. Dit laatste bezoek gebeurt eveneens door de pedagoog.
Het bezoek tijdens de geïntegreerde stage zal aangekondigd worden via EPOS. De bezoeken tijdens de stage themaplanning zijn steeds onaangekonigd.
Het eindcijfer voor de stage van trajectschijf 4 komt als volgt tot stand:
- stagebeoordeling van de 10 losse stagedagen door pedagoog en mentor(en), beoordeling weekstage (3 weken) door 2 lectoren, pedagoog en mentor(en), zal 70% van de eindbeoordeling bepalen.
Deze beoordeling wordt omgezet naar een cijfer via een driehoeksgesprek met pedagoog, mentor en student. - schoolbrede opdrachten (20%). De pedagoog kent het cijfer toe op basis van het verslag door mentor en/of directeur en bewijslast door student.
- stage maatschappelijke kwetsbaarheid (10%).
Indien de student niet slaagt op de stagebeoordeling door lectoren en mentoren die voor 70% meetelt, kan de student niet slagen voor zijn geheel van stage. Dit betekent dat het cijfer op de stage maatschappelijke kwetsbaarheid en de rollen 6-8 een negatief stagecijfer niet kan compenseren. Een student krijgt in dat geval het cijfer dat hij ontving voor stage op basis van de beoordeling door lectoren en mentoren (100%) en moet zijn stage het academiejaar nadien hernemen (eventueel in een vervroegd traject). De student kan ervoor kiezen om in dat geval het cijfer maatschappelijke kwetsbaarheid te behouden, indien hij hiervoor een voldoende behaalde.